Opnieuw minder loze brandweer uitrukken

Het gaat dan om brandmeldinstallaties die afgaan terwijl er geen brand is. Eerdere jaren werd het aantal loze uitrukken ook al teruggedrongen.

Eerst bellen

Bij 90% van de automatische brandmeldingen is er niets aan de hand. De melder gaat dan af omdat er een storing is, omdat iemand een sigaret rookt waar dat niet mag of omdat tijdens een verbouwing stof of zaagsel in het apparaat komt. Vroeger werd direct een brandweerwagen op pad gestuurd, vaak met zwaailicht en sirene. Dit levert niet alleen een onnodige werkdruk op voor de brandweerorganisatie, maar is bovendien niet zonder risico’s voor het overige verkeer.

Begin 2014 is Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond gestart met het verifiëren van automatische brandmeldingen. De centralisten op de 1-1-2 meldkamer bellen eerst naar de BHV-organisatie of de gebouwbeheerder van het pand waar de brandmelding vandaan komt. Vaak is de contactpersoon al op de hoogte van de brandmelding en kan direct aangeven of het om een loos alarm gaat, of dat de brandweer toch ter plaatse moet komen. Neemt er binnen een minuut niemand de telefoon op, dan rukt de brandweer alsnog uit.

Verder terugdringen

Ook in 2016 wil de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond het aantal loze uitrukken en loze meldingen weer verder terugdringen. Zo blijven we constant in gesprek met gebouwbeheerders en BHV-organisaties over het juist gebruiken van brandmeldinstallaties. Daarnaast houden we de ontwikkelingen van intelligente installaties nauw in de gaten. En ook komende jaar blijven we bellen als er een automatische brandmelding binnenkomt.